Liegen is logisch

Liegen is logisch

Kleine kinderen liegen niet. Dat merk je snel genoeg als je peuter keihard door de supermarkt schreeuwt: IK HEB GEPOEPT! Vanaf een bepaalde leeftijd gaan kinderen echter ineens liegen. Terwijl je als ouder juist zo je best doet je kind te leren eerlijk te zijn. Hoe zit dat?

We weten allemaal dat het belangrijk is om eerlijk te zijn. Dat maakt je een betrouwbaar mens. Als iemand vaak liegt wordt het lastig te bepalen wat dan nog wél waar is. Als je merkt dat iemand tegen je heeft gelogen, voel je je vaak besodemieterd en boos. Maar als liegen zo negatief is, waarom doet bijna iedereen het dan en hoe leren kinderen liegen als ze het niet van jou leren?
 

Jong geleerd is oud gedaan

Wetenschappers onderzochten dit door kinderen van verschillende leeftijden 5 stickers te geven. “Welke vind je het mooiste?” vroegen ze hen. De sticker waarvan het kind aangaf dat het het mooist vond werd vervolgens afgepakt. Wat bleek: bijna alle kinderen vanaf ongeveer vier jaar en ouder gingen nadat dit een paar keer was gebeurd, liegen. Ze hadden door dat door te liegen niet hun lievelingssticker maar een andere sticker werd afgepakt. Alleen de allerkleinsten bleven keer op keer de waarheid vertellen en werden elke keer weer boos en verdrietig als hun lievelingssticker werd afgepakt. Zo blijkt dus dat ieder kind op een bepaald moment doorheeft dat liegen een vervelend gevolg kan voorkomen.
 

“Dat heb ik niet gedaan.”

Zodra jouw kinderen weten dat jij boos wordt als ze stiekem een koekje hebben gepakt of een beker kapot hebben laten vallen, gaan ze liegen. “Nee hoor, ik heb geen koekje gepakt.” en “Ik weet niet wat er met de beker is gebeurd”  Als ze doorhebben dat de juf straf geeft als ze een ander kind een klap hebben gegeven of na moeten blijven als ze te laat komen, zullen ze een smoes verzinnen. “Dat deed ik niet. Dat deed hij.” en “Ik had onderweg een lekke band.” 
 

Kun je liegen afleren?

Eigenlijk niet helemaal. Je kunt het wel verminderen door te zorgen dat jouw kinderen niet bang hoeven te zijn voor de consequenties van eerlijk zijn. Iedereen maakt wel een fouten en doet wel eens iets wat niet mag. Als je daar als ouder elke keer heel boos van wordt en flinke straffen uitdeelt, is de kans groot dat je kind steeds vaker dingen zal verzwijgen of zal liegen. In plaats van straffen en boos worden, kun je je kind ook helpen om te leren van zijn of haar fouten. Leg daarnaast uit dat, wanneer je zoon of dochter vaak liegt, het voor jou steeds moeilijker wordt om hem of haar te vertrouwen en welke gevolgen dat heeft. 
 

Beloon eerlijkheid

Je hoeft dus niet elke misstap van een kind goed te keuren maar je kunt de eerlijkheid wel belonen. Stel je zoon biecht op dat hij die dag een zak chips uit de kast heeft gepakt en helemaal heeft leeggegeten. Je kunt dan zeggen dat je ervan baalt dat hij die zak chips heeft leeggegeten en ook waarom je daarvan baalt. Maar sluit af met een compliment: “Ik vind het niet fijn dat je die chips hebt gepakt maar ik vind het ontzettend fijn dat je het me eerlijk hebt verteld. Anders was ik waarschijnlijk écht boos geweest als je ik er later achter was gekomen. Je zoon beseft dat zijn eerlijkheid hem heeft behoed voor een veel vervelender consequentie.